Wat zijn Aminozuren?
Aminozuren zijn essentieel voor uw stofwisseling. Ze vormen de basis voor ieder levensproces in het menselijke lichaam.
Aminozuren zorgen voor de opslag van voedingsstoffen als koolhydraten, mineralen, vitamines, ewitten, vetten en water. Door een optimale balans van aminozuren krijgen aandoeningen als artrose, diabetes, slapeloosheid, erectie- en cholesterolproblemen minder kans. Daarnaast hebben aminozuren ook positieve effecten op de huid en haren: rimpels en haaruitval kunnen door de juiste aminozuren voorkomen worden.
Houdt uw aminozuren op peil!
De behoefte aan verschillende aminozuren kan per persoon verschillen. Mede hierdoor kan er geen exacte standaard worden afgegeven voor de exacte hoeveelheid aminozuren waarover men moet beschikken.
De kwaliteit van onze voedingsmiddelen wordt helaas steeds minder. Het is daarom van belang om ervoor te zorgen dat de essentiële aminozuren op peil blijven. Omdat dat via de voeding lastig is, bevelen we suppletie (aanvulling door middel van supplementen) aan.
Soorten aminozuren
We onderscheiden drie soorten aminozuren:
- essentiële aminozuren
- semi-essentiële aminozuren
- niet-essentiële aminozuren
Ondanks de naamgeving zijn de drie groepen even belangrijk voor het menselijk lichaam.
Essentiele aminozuren
Er zijn acht soorten aminozuren die de mens niet zelf kan aanmaken. Deze zullen we dus toegediend moeten krijgen. Deze aminozuren zijn: methionine, tryptofaan, isoleucine, valine, leucine, lysine, phentylalanine en threonine.
Semi-essentiele aminozuren
Semi-essentiële aminozuren kunnen door de mens aangemaakt worden. In bepaalde omstandigheden maakt het lichaam echter onvoldoende van deze aminozuren aan. Hierdoor ontstaan tekorten.
Niet-essentiele aminozuren
Niet-essentiële aminozuren kunnen door ons lichaam zelf aangemaakt worden. Dit zijn de volgende aminozuren: glycine, asparagine, asparaginezuur, alanine, serine, cysteïne, glycine, proline, tyrosine, glutamine en glutaminezuur.
De structuur van aminozuren
Aminozuren kennen we in twee structuren:
- de L-structuur;
- de D-structuur.
Het lichaam herkent alleen de L-structuur. Daarom is het belangrijk dat aminozuren in voedingssupplementen een L-structuur hebben. Daarnaast moet het lichaam voor een optimale werking van aminozuren over voldoende vitamine B complex beschikken.
Toepassingsgebieden van aminozuren
Aminozuren en hun betekenis voor anti-aging
Een mooie huid, sterke nagels en glanzende haren staan voor gezondheid en natuurlijke schoonheid. Om deze te behouden en het verouderingsproces te vertragen, is een optimale hoeveelheid aminozuren in het bloed noodzakelijk.
Een juiste mix aminozuren helpt u hierbij. Deze mix levert de huid, de haren en de nagels de essentiële voedingsstoffen die nodig zijn voor versterking en groei. Het resultaat is versterkt bindweefsel, een zachte en elastische huid, gezonde haren en stevige nagels.
Creatine: ondersteunt de huidfuncties en stimuleert de collageenproductie
Creatine is essentieel voor een gezonde huid. Deze lichaamseigen stof speelt een belangrijke rol bij de celstofwisseling van onder andere de spieren, de hersenen en de huid. Creatinine ondersteunt de opbouw van het bindweefsel en het heeft een positieve invloed op de celvernieuwing.
Tijdens het ouder worden vertraagt de celdeling. Daardoor zijn er minder jonge cellen aanwezig, wat zorgt voor de uiterlijke kenmerken van veroudering van de huid. Daarnaast neemt ook het steunweefsel in de huid af. Al vanaf het 25e jaar wordt de hoeveelheid collageen en elastine minder. Samen met factoren als bijvoorbeeld zonlicht en/of slechte voeding zorgt dit voor een veroudering van de huid. Het bindweefsel wordt zwakker, de huid wordt minder elastisch en rimpels ontstaan of verergeren.
Arginine en carnitine: voor de vorming van creatine
De bouwstoffen van creatine zijn onder andere aminozuren arginine en carnitine. Creatine zorgt ervoor dat er meer collageen en elastine geproduceerd wordt. Dit heeft een positief effect op huid, nagels en haren.
Collageen zien we in het lichaam als een soort netwerk, dat het bindweefsel ondersteunt. Hierdoor blijft de huid stevig en strak. Daarnaast houdt het collageen vocht vast, waarmee een vochtarme huid voorkomen wordt. Een huid die voldoende vocht bevat, ziet er gezond en fris uit. Rimpels krijgen minder kans en fijne lijntje zijn minder zichtbaar.
Glutamine: reguleert het zuur-base evenwicht en verstevigt de huid
Uitgebalanceerde voeding is een voorwaarde voor een gezonde huid. Helaas eten we vaak niet gezond genoeg. Koffie, nicotine en vlees brengen ons zuur-base evenwicht uit balans. Het resultaat is dat ons lichaam verzuurt. Het gevolg daarvan is dat cellen en weefsels afgebroken worden.
Aminozuren spelen een belangrijke rol in het zuur-base evenwicht. Aminozuren neutraliseren de zuren. Voorwaarde is dan wel dat er voldoende aminozuren in het lichaam aanwezig zijn.
Glutamine is een aminozuur dat het zuur-base evenwicht herstelt. Ons lichaam produceert dit aminozuur zelf, maar tijdens het verouderen is het lichaam niet meer in staat om voldoende te produceren. Als er een tekort is, dan worden de spiereiwitten aangesproken. Het lichaam zet deze eiwitten om in glutamine. Het nadeel daarvan is dat er spierafbraak optreedt. De spieren worden dunner en de huid verslapt. Het aanvullen van glutamine van buitenaf is dan dus nodig.
Carnitine: ondersteunt de omzetting van vet in energie
Het percentage vet in ons lichaam wordt hoger naarmate we houder worden. Daarom is sport ook op hogere leeftijd van belang om in vorm te blijven. Carnitine ondersteunt het lichaam om het vetpercentage te verlagen. Dit aminozuur wordt daarom ook wel een ‘fatburner’ (vetverbrander) genoemd. Een optimaal resultaat wordt verkregen door carnitine in te nemen en daarnaast te sporten. Deze combinatie leidt tot een verhoogde vetverbranding. Niet voor niets wordt carnitine suppletie ook vaak in sportscholen geadviseerd.
Aminozuren en hun betekenis voor artrose en osteoporose
Bij artrose (gewrichtsproblemen) is een voedingssupplement zinvol
Het menselijke lichaam heeft kraakbeenopbouwende stoffen nodig. Helaas is het niet mogelijk om deze volledig uit voeding op te nemen. Wetenschappers bevelen daarom voedingssupplementen aan, waarin kraakbeenopbouwende stoffen zitten. Deze stoffen voorkomen afwijkingen in het kraakbeen en de gewrichten.
Methionine: voor de opbouw van kraakbeen
Eén van de stoffen die de opbouw van kraakbeen bevorderen, is methionine. Dit is een essentieel aminozuur. Dat wil zeggen dat het lichaam deze stof niet zelf kan produceren. U zult het dus via de voeding of via een supplement binnen moeten krijgen.
Methionine is een goede zwavelleverancier. Het kraakbeen in de gewrichten heeft zwavel nodig. Een tijdelijk zwaveltekort heeft bij gezonde mensen geen ernstige consequenties. Bij mensen met artrose heeft het wel gevolgen. Een tekort aan zwavel zorgt bij hen voor een minder goede genezing van het kraakbeenweefsel. Artrosepatiënten hebben ongeveer drie keer zo weinig zwavel in het lichaam als gezonde mensen. Daarom wordt artrosepatiënten aangeraden om extra methionine in te nemen. Hierdoor neemt de hoeveelheid zwavel in het lichaam toe en kan het kraakbeen hersteld worden.
Een tweede probleem is dat veel medicatie de zouten van zwavelzuur binden. Hierdoor verlaagt de hoeveelheid zwavel in het lichaam, waardoor de artrose verergert. Ook om deze reden wordt methioninesuppletie aanbevolen. In combinatie met B-vitaminen kan het lichaam diverse zwavelverbindingen aanmaken, die het kraakbeen helpen opbouwen. Bovendien werkt methionine pijnstillend en ontstekingsremmend. De artroseklachten verminderen daardoor.
Arginine: voor de opbouw van de botten
Osteoporose (botverlies) is een ziekte die veel voorkomt bij vrouwen. Bij deze aandoening vermindert de botdichtheid door een versnelde afbraak van de botmassa. Wie aan osteoporose leidt, heeft een verhoogd risico om een bot te breken.
Het aminozuur arginine is essentieel voor de botopbouw, omdat het onder andere de opbouw van collageen bevordert. Collageen is een eiwit en belangrijk bestanddeel van diverse bindweefsels (zoals kraakbeen) en botten. Bovendien ondersteunt arginine de groei van botcellen. In combinatie met andere aminozuren bevordert arginine de cellen die bot aanmaken (osteoblasten). Daarnaast remt arginine remmend op de cellen die bot afbreken (osteoclasten).
Een gebrek aan arginine kan vooral bij oudere vrouwen tot osteoporose leiden. Experts raden daarom in elke osteoporosetherapie ook toediening van aminozuren aan.
Vitaminen en mineralen
Naast aminozuren zijn sommige vitaminen en mineralen ook belangrijk voor de gewrichten.
Vitamine C is betrokken bij de aanmaak van de lichaamseigen stof cortisol. Cortisol remt de typische ontstekingsprocessen in de gewrichten bij artrose. Daarnaast is deze vitamine belangrijk voor het herstel van kraakbeenstoffen.
Vitamine B6 en magnesium zijn belangrijke gewrichtsvoedingsstoffen, omdat ze het lichaam effectief tegen vrije radicalen beschermen. Vrije radicalen zijn agressieve verbindingen, die bij verschillende stofwisselingsprocessen in het lichaam ontstaan. Ze vallen het gewrichtskraakbeen aan en kunnen zo de afbouw versnellen. Ook vitamine C, selenium en zink verminderen de invloed van vrije radicalen.
Het mineraal calcium is een fundamentele bouwstof voor alle botten. Hoogwaardige calciumleveranciers zijn onder andere melk en melkproducten zoals kaas en yoghurt. Een tekort aan calcium is vrij zeldzaam. Het is belangrijk dat de calcium in de voelding optimaal benut wordt. Daarvoor is vitamine D noodzakelijk.
Vitamine D is belangrijk voor de calcium recycling.
Tijdens de zomer voorziet een dagelijks verblijf van 30 minuten in de buitenlucht al in de behoefte aan vitamine D. Belangrijk hierbij is dat het gezicht en de armen vrij van textiel zijn en dat de huid niet met zonnecrème ingesmeerd is. In de wintermaanden is de kracht van de zon niet voldoende om in combinatie met voeding voldoende vitamine D te produceren. Daarom is het raadzaam om dan vitamine D via een voedingssupplement in te nemen. Dit is vooral belangrijk bij ouderen en mensen met een lage weerstand, die veel binnen zijn.
Vitamine D is belangrijk voor de calcium recycling
Tijdens de zomer dekt een dagelijks verblijf van 30 minuten in de buitenlucht al de behoefte aan vitamine D. In de huid worden door de zonnestraling en het UV licht precursoren van vitamine D geactiveerd – de zogenaamde vitamine D3. Belangrijk hierbij is dat het gezicht en de armen vrij van textiel zijn en de huid niet met zonnecrème ingesmeerd is. In de wintermaanden is de kracht van de zon niet voldoende, om in combinatie met voeding voldoende vitamine D te produceren.
Daarom is het raadzaam vitamine D via iv in te nemen. Dit is belangrijk bij ouderen en mensen met hele lage weerstand en veel binnen zijn omdat hun huid vitamine D3 alleen in kleine hoeveelheid kunnen aanmaken.
Bovendien kunnen bij deze groep van mensen de nier en de lever calcium in het algemeen nog moeilijker verwerken. Daarom hebben ze een hogere behoefte aan vitamine D. Dit toont een studie uit 2006 aan. In een periode van 3 jaar werden testpersonen regelmatig vitamine D3 (cholecalciferol) toegediend. Het resultaat liet zien dat de waarschijnlijkheid van een val tot 65 procent bij de testpersonen afgenomen was.9
Aminozuren en hun betekenis voor cholesterol
Arginine: goed voor hart en bloedvaten
Het aminozuur arginine verlaagt volgens diverse studies het cholesterolgehalte. Arginine bevindt zich onder andere in amandelen en walnoten. Het aminozuur arginine houdt bovendien de bloedvaten elastisch en het voorkomt dat de bloedplaatjes en witte bloedlichamen gaan stollen. Dit verkleint het risico op trombose.
Taurine: belangrijk voor de hartspier
De hartslag van de mens wordt door kalium en calcium gestuurd. Deze stoffen zorgen voor de aan- en ontspanning van de hartspier. Taurine regelt de aanvoer van kalium en calcium naar de hartspier. Het voorkomt hartritmestoornissen. Daarnaast verlaagt taurine de bloeddruk en het verlaagt een hoge cholesterolspiegel.
Carnitine: vermindert hoge bloedvetwaarden
Carnitine is een vitamine-achtige substantie, die voor het cholesterolniveau van groot belang is. Het voorkomt leeftijd gerelateerde stolling van cholesterol.
Carnitine werkt positief op de bloedvetten: het verlaagt de cholesterolspiegel.
Het menselijk lichaam produceert zelf carnitine, voornamelijk met behulp van vlees in de voeding. Omdat mensen met verhoogde bloedvetwaarden dierlijke producten moeten vermijden, is inname van carnitine via een supplement aan te raden.
Aminozuren en hun betekenis bij diabetes
Arginine: vermindert insulineresistentie
Diabetespatiënten kunnen koolhydraten zoals suiker onvoldoende omzetten. Insuline speelt bij die omzetting een cruciale rol. Insuline is een glucoseverlagend hormoon, dat in het lichaam aangemaakt wordt. Bij mensen met diabetes is de insulineproductie beperkt. Daarnaast zijn hun lichaamscellen niet in staat om de beschikbare insuline goed op te nemen. De oorzaak hiervan is een sterk verminderde gevoeligheid van de cellen voor insuline. De celmembranen herkennen het hormoon insuline niet. Deze zogenaamde insulineresistentie heeft als effect dat in de cellen te weinig energie gevormd wordt. Bovendien wordt de suiker in het bloed niet afgebouwd maar opgeslagen, zodat de bloedsuikerspiegel stijgt. Op de lange termijn kan een langdurig verhoogde bloedsuikerspiegel de vaatwanden beschadigen, verkalken en tot typische complicaties zoals een beroerte of hartaanval leiden.
Diabetes mellitus type 2 komt vooral bij ouderen voor, omdat de insulinegevoeligheid van de cellen met het verouderen afneemt.
Arginine: een belangrijk aminozuur voor de opname van insuline
Het aminozuur arginine is belangrijk voor de insulinegevoeligheid van de lichaamscellen. Arginine is de voorloper van stikstofmonoxide, een neurotransmitter die de insulinegevoeligheid direct beïnvloedt (een neurotransmitter is een stof die een belangrijke rol speelt in de overdracht van zenuwprikkels).
Arginine leidt ook tot een verwijding van de bloedvaten. Daardoor daalt de bloeddruk. Uit onderzoek is verder gebleken dat arginine een rol speelt bij aandoeningen van de voeten, die door diabetes veroorzaakt worden.
Carnitine : een nuttige aanvulling bij diabetes therapie
Het aminozuur L-carnitine (gebruikt als voedingssupplement bij diabetestherapie) verbetert de insulinegevoeligheid. Daarnaast beschermt L-carnitine de lichaamscellen tegen de gevolgen van vrije radicalen. Vrije radicalen ontstaan in het lichaam door stofwisselingsprocessen, maar ook door vervuiling, roken en UV straling. Deze radicalen kunnen schade aan het lichaam toebrengen, bijvoorbeeld aan de binnenwanden van slagaders. Ze zijn vaak betrokken bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.
Diabetici hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en nier- en oogziekten. De verhoogde bloedsuikerspiegel heeft een nadelig effect op de bloedvaten. Vrije radicalen verergeren deze effecten. Carnitine kan vrije radicalen onschadelijk maken, waardoor hart, nieren en ogen beschermd worden.
Carnitine: voor een verbetering van de bloedvetwaarden
Lipoproteïne A is een onderdeel van het bloedvet. Stijgt de concentratie van deze stof in het bloedplasma, dan verhoogt automatisch het risico op coronaire hartziekten (afwijkingen in de kransslagaders) of bloedsomloopstoornissen. Carnitine kan dit risico verminderen. Deze stof zorgt namelijk voor een aanzienlijke daling van het lipoproteïne A in het bloedplasma.
Zink: voor het gereguleerd vrijgeven van insuline
Het spoorelement zink speelt een belangrijke rol in de insulinecyclus . Zink is onderdeel van insuline en het wordt voor de opslag en werking van de hormonen gebruikt. Zink is ook onderdeel van veel belangrijke enzymen, die bij de regulering van de bloedsuikerbalans in het lichaam betrokken zijn. Het stuurt bijvoorbeeld de vrijgave van insuline na inname van voedsel aan.
Mensen krijgen over het algemeen onvoldoende zink via de voeding binnen. Bij diabetici is vaker sprake van een zinktekort dan bij niet-diabetici. Daarom lijden ze ook vaker aan een beperkte vrijgave van insuline.
Zink: stabiliseert de bloedsuikerwaarde
Regelmatige inname van zink gedurende meerdere weken activeert bij diabetici de vorming van insuline en het stabiliseert de bloedsuikerspiegel. Ook verlaagt de nuchter gemeten bloedsuikerwaarde.
Zink heeft ook positieve effecten op het gebied van wondgenezing. Daarom is de inname ook bij weefselafsterving, wat bij diabetespatiënten regelmatig voorkomt, van belang. In het kader van preventie en behandeling van diabetes is een dagelijkse inname van 15 tot 30 mg zink zinvol. Een deel daarvan moet in de vorm van een voedingssupplement ingenomen worden.
Luteïne en zeaxanthine: voor een beter gezichtsvermogen van diabetici
De toenemende verkalking van de slagaders beïnvloedt bij diabetici vooral het gezichtsvermogen. Daarom is de extra opname van de plantaardige stof luteïne voor diabetici bijzonder interessant. Luteïne kan in een vroeg stadium de symptomen van een maculadegeneratie (een ernstige oogziekte, waarbij het gezichtsvermogen sterk achteruit gaat) verlichten.
Vooral voor diabetici is het belangrijk om onnodige belasting van de ogen te vermijden en om voldoende juiste voedingsstoffen binnen te krijgen. Dit geldt vooral voor voedingsstoffen die het lichaam niet zelf kan vormen, zoals carotenoïden luteïne en zeaxanthine. Deze beschermen de ogen dubbel. Want net als een (innerlijke) zonnebril zetten ze zich voor het gevoelige netvlies en ze filteren de schadelijke stralen uit. Dringen er toch nog schadelijke UV- of andere stralen door in het oog, die voor de vorming van schadelijke vrije radicalen zorgen, dan grijpt het tweede beschermingsmechanisme in. De microvoedingsstoffen binden de vrije radicalen en maken hen onschadelijk.
Voldoende toevoer van microvoedingsstoffen is dus belangrijk, vooral voor diabetici. Daarom moeten diabetespatiënten op een voldoende toevoer van de nodige voedingsstoffen letten.
Wie elke dag vijf porties fruit en groente eet, neemt over het algemeen voldoende microvoedingsstoffen tot zich.
Deze hoeveelheden zijn in het dagelijks leven helaas niet altijd haalbaar. Daarom zijn voedingssupplementen een zinvol alternatief. Zij bieden op een gemakkelijke manier een regelmatige toevoer van alle benodigde microvoedingsstoffen. Luteïne en zeaxanthine zijn natuurlijke voedingsstoffen en volledig onschadelijk. Helaas is de productie momenteel nog relatief duur, waardoor de prijs voor deze voedingssupplementen vrij hoog is.
Aminozuren en hun betekenis voor gezonde haren
Methionine: versterkt de nagels en is effectief tegen haaruitval
Methionine bevat zwavel en het kan ketens vormen, die gezamenlijk een netwerk vormen. Methionine kan door vorming van dit netwerk de haarstructuur en de nagels aanzienlijk versterken. Methionine kan ook tegen haaruitval helpen.
Arginine: bevordert de haargroei
Arginine lijkt een grote invloed op de haargroei te hebben. De vaatverwijdende werking van arginine bevordert de haargroei. Want het uit arginine gevormde stickoxide opent de kaliumkanalen van de cellen. Daardoor verbetert de doorbloeding van de haarwortel en wordt de haargroei gestimuleerd.
Glutamine: essentieel bij de haaropbouw
Glutamine is het meest voorkomende aminozuur dat door het lichaam zelf gevormd wordt. Glutamine wordt uit glutaminezuur gevormd. Dit bouwt het haar weer op, doordat het vooral zwavel toevoert, dat voor haargroei nodig is.
Met het toenemen van de leeftijd wordt het echter niet meer in voldoende hoeveelheid geproduceerd. Daarom is de inname van glutamine juist op hogere leeftijd belangrijk. Daarnaast ontstaat er eerder een glutaminetekort bij stress of zware lichamelijke belasting.
Zink en vitaminen: belangrijk voor de haren
Net als de huid heeft ook het haar een aanzienlijke behoefte aan het mineraal zink. Het is als essentieel spoorelement van groot belang voor de haargroei. Zink is betrokken bij de vorming van keratine, wat een hoofdbestanddeel van de haren, huid en nagels is. Verder heeft het lichaam zink nodig voor de vorming van collageen. Collageen maakt onderdeel uit van het bindweefsel dat het haar in de huid vastzet. Daarnaast is het van belang voor de haarstructuur. Ook de celdeling die de groei van het haar mogelijk maakt, is alleen met zink mogelijk.
Haarverlies is een van de eerste tekenen van een gebrek aan zink. Een extra inname van zink kan dit probleem oplossen.
Daarnaast zijn alle vitaminen-B essentieel voor een gezonde haargroei. Een tekort aan een of meer van deze vitaminen veroorzaakt haaruitval en/of dof haar.
Ook vitamine C speelt een belangrijke rol bij gezonde haargroei. Met behulp van vitamine C kan ijzer zich aan de rode bloedcellen binden, die naar de haarwortels gaan. Een tekort aan vitamine C en ijzer kan tot haaruitval leiden.
Aminozuren en hun betekenis voor het immuunsysteem
Arginine
Arginine is een belangrijke energievoorziening voor de cellen van het darmslijmvlies. Het zorgt daarmee voor de instandhouding van een optimale barrièrefunctie. Bovendien kan dit aminozuur de thymus (ook wel zwezerik) stimuleren, waardoor het de activiteit van de afweercellen en het aantal daarvan verhoogt.
Daarnaast draagt arginine bij aan de productie van stikstofmonoxide (NO). Een gebrek aan stikstofmonoxide is mede verantwoordelijk voor het ontstaan van veel hart- en vaatziekten. Arginine beschermt de bloedvaten omdat het de vaten ontspant, de doorbloeding verbetert, de bloeddruk normaliseert en het ontstaan van bloedstolsels in de vaten tegengaat. Arginine heeft daarnaast een positieve invloed op de productie van collageen en bij wondheling.
Glutamine
Glutamine is een belangrijk energie-substraat voor de witte bloedcellen en daarmee belangrijk voor het afweersysteem. Witte bloedcellen zijn de voorloper van plasmacellen, die verantwoordelijk zijn voor de productie van antilichaampjes.
Glutamine wordt in de spieren aangemaakt. Bij intensieve lichamelijke beweging gebruiken de spieren zowel glucose als glutamine. Als gevolg daarvan kan in de afweercellen een tekort aan glucose en glutamine ontstaan, waardoor de vatbaarheid voor infecties toeneemt.
Cellen die zich snel vermenigvuldigen, vooral die in het afweersysteem, zijn geheel afhankelijk van de beschikbaarheid van glutamine als energiebron.
Recente studies wijzen erop dat glutamine een onmisbare voedingsstof voor de instandhouding van stofwisseling, structuur en functie van de darmen is.
Glycine
Glycine is het kleinste aminozuur in het lichaam. Het speelt een rol bij de productie van antilichaampjes. Dit aminozuur voorkomt onder andere het voortijdig afsterven van de cel. Glycine draagt ook bij aan de productie van immunoglobuline, dat onmisbaar is voor het functioneren van het immuunsysteem. Samen met cysteïne en glutaminezuur vormt glycine een belangrijk bestanddeel van de antioxidant glutathion, dat een rol speelt bij de regulering van ontstekingsprocessen.
Cysteïne
Cysteïne kan in combinatie met zuurstof eenvoudig tot cystine oxideren. Daarom wordt voor geneeskundig gebruik vaak het chemisch stabielere N-Acetyl-Cysteïne (NAC) gebruikt. NAC-supplementen hebben positieve effecten bij het voorkomen en genezen van hart- en vaatziekten. Ze verlagen een verhoogde homocysteïne-plasmaspiegel en verhogen de hoeveelheid HDL-cholesterol. Cysteïne bezit een modulerende werking op het immuunsysteem doordat het de profileratie van witte bloedcellen stimuleert, de cytotoxische t-cellen activeert, de NF-kB- expressie remt en de glutathionaanmaak in de lever moduleert.
Foliumzuur
80-90 procent van de bevolking krijgt via de voeding te weinig foliumzuur binnen. Foliumzuur of de equivalenten daarvan zijn vooral voor vrouwen op vruchtbare leeftijd belangrijk. Deze stof vermindert namelijk het risico op miskramen, groeistoornissen en andere aangeboren afwijkingen. Foliumzuur is daarnaast belangrijk voor de celdeling, vooral in het beenmerg en bij de spijsvertering. Bovendien helpt het bij het voorkomen van homocysteïnemie (een aandoening waarbij er teveel homcysteïne in het bloed voorkomt), dat als risicofactor voor het ontstaan van hart- en vaatziekten geldt.
Pyridoxine (vitamine B6)
Vitamine B6 (pyridoxine) maakt onderdeel uit van het vitamine B-complex. Deze stof is belangrijk voor de weerstand en de spijsvertering. Daarnaast speelt het een rol bij de vorming van rode bloedcellen. Het is van belang voor de energievoorziening. Vitamine B6 zorgt verder voor een goede werking van het zenuwstelsel.
Cobalamine (vitamine B12)
Vitamine B12 is nodig voor de aanmaak van rode bloedcellen en voor een goede werking van het zenuwstelsel. Vitamine B12 is voor opname in het lichaam afhankelijk van Intrinsic Factor, een eiwit dat in de maag wordt gemaakt. Vitamine B12 is de enige in water oplosbare vitamine die in het lichaam wordt opgeslagen. Vitamine B12 wordt ook wel cobolamine genoemd.
Vitamine C
Vitamine C of Ascorbinezuur vangt vrije radicalen en heeft een antioxidatieve werking. Verder speelt het een rol bij de productie van lichaamseigen collageen. Vitamine C versterkt zowel de celafweer, door de lymfocyten en macrofagen te activeren, als de hormonale afweer, door de serumconcentratie in de immunoglobine te verhogen. Het in water oplosbare vitamine speelt daarnaast een rol bij de aanmaak van carnitine en neurotransmitters.
Calcium
Calcium is onderdeel van een groot aantal intra- en extracellulaire processen. De belangrijkste functie van calcium is het fungeren als stabilisator voor botten en tanden. Daarnaast speelt het een rol bij de celadhesie, de sterkte van celmembranen, het bloedronningssysteem en bij de beheersing van zenuwen en spieren.
Zink
Zink is een essentieel sporenelement. Het is onderdeel van een groot aantal enzymen, zoals RNA-polymerase en glutathionperoxidase. Verder speelt het een belangrijke rol bij de verwerking van suiker, vet en eiwitten, bij de vorming van DNA en de groei van cellen. Zink is onmisbaar bij de nucleïnezuur- en proteïnestofwisseling. Daarmee is het in het algemeen mede verantwoordelijk voor de groei, ontwikkelings- en herstelprocessen in het lichaam.
Zowel het afweersysteem als veel hormonen hebben zink nodig om te kunnen functioneren. Zinkgebrek leidt tot verandering van het afweersysteem en dus tot een grotere vatbaarheid voor infecties. Verder leidt een tekort tot groeistoornissen en bloedarmoede. Omdat dit sporenelement niet in het lichaam kan worden opgeslagen, is een dagelijkse aanvoer van buitenaf nodig.
Seleen
Seleen (een essentieel sporenelement) is mede verantwoordelijk voor de afbouw van het radicalenvormende waterstofperoxide. Het is een noodzakelijke groeifactor voor vrijwel alle cellen in het menselijke lichaam. Seleen versterkt het afweersysteem door de productie van immunoglobine te vergroten en de vorming van suppressor cellen te versnellen.
Uit diverse studies blijkt dat een seleen-supplement het risico op long-, prostaat-, en dikke darmkanker vermindert. Bovendien bestaat er een groot aantal seleencysteïnehoudende proteïnen en enzymen, die voor de instandhouding van de stofwisseling verantwoordelijk zijn.
Aminozuren en hun betekenis voor de overgang
De overgang is geen ziekte, maar een natuurlijke fase in het leven van elke vrouw. Normaal gesproken begint de overgang rond het 45e levensjaar. De overgang duurt ongeveer tien tot vijftien jaar.
Tijdens de overgang vindt een verandering van de hormoonbalans plaats. Het lichaam produceert steeds minder oestrogeen. Het gevolg daarvan is dat de menstruatie steeds onregelmatiger wordt, totdat deze uiteindelijk helemaal stopt. De menopauze is officieel ingetreden op de dag dat een vrouw een jaar lang geen menstruatie heeft gehad.
De verandering in de hormoonspiegel zorgt vaak voor klachten, ook wel vasomotorische symptomen genoemd. Deze kennen we als opvliegers, transpiratieaanvallen, hartkloppingen, duizeligheid en een droge vaginawand.
Daarnaast zijn er nog meer tekenen die het gevolg van een dalende hormoonproductie zijn. Deze klachten kunnen wisselend in hevigheid optreden. Voorbeelden hiervan zijn hoofdpijn, lusteloosheid, nervositeit, slapeloosheid, gewichtstoename en osteoporose.
Chemische hormoonvervangingstherapie is een mogelijkheid om bovenstaande klachten aan te pakken. Omdat chemische hormoonvervangingstherapie vaak met bijwerkingen gepaard gaat, is deze aanpak omstreden. De klachten en de noodzaak van het toedienen van hormonen moet in ieder geval met een gynaecoloog besproken worden.
Overgangssymptomen kunnen ook door middel van een gezonde leefwijze en juiste voeding verminderd worden. Daarbij spelen aminozuren zogenaamde fytohormonen en andere mineralen een belangrijke rol.
Arginine: verhoogt de elasticiteit van de bloedvaten en helpt bij opvliegers
De meest voorkomende tekenen van de overgang zijn symptomen veroorzaakt door een vernauwing of verwijding van de bloedvaten. Een studie uit het jaar 2010 komt tot de conclusie dat vrouwen in de vroege stadia van de menopauze een verhoogd risico op afwijkingen aan de vaatwanden hebben. Dit wordt ook wel endotheel dysfunctie genoemd. Een endotheel dysfunctie is de oorzaak van vasculaire ziekten (ziekten van de bloedvaten), omdat de bloedsomloop niet optimaal meer is. Als gevolg hiervan krijgt bijvoorbeeld 80% van de vrouwen ‘opvliegers’ tijdens de menopauze. Wat vroeger als een onprettig maar ongevaarlijk neveneffect van de overgang werd gezien, heeft tegenwoordig een enorm belang bij de beoordeling van de hart- en vaatfunctionaliteit.
Endotheel dysfunctie is te wijten aan een tekort aan stikstofmonoxide (NO). Hier komt het semi-essentieel aminozuur arginine weer in beeld. Arginine wordt in het lichaam in de belangrijke neurotransmitter (overdrachtsstof) stikstofmonoxide (NO) omgezet. Voldoende arginine gaat een endotheel dysfunctie tegen. Het zorgt voor een aanzienlijk betere elasticiteit van de vaten, waardoor de opvliegers afnemen. Onderzoekers gaan er daarom vanuit dat argininepreparaten in de toekomst een grote rol gaan spelen bij de bestrijding van overgangsklachten.
Lysine: ondersteunt het effect van arginine en is belangrijk voor vrouwen in de overgang
Het aminozuur lysine kan de opname van het aminozuur arginine in de cellen remmen. Daardoor kan er meer arginine in het bloedplasma opgenomen worden. Daar kan het duidelijk sneller in de neurotransmitter (overdrachtsstof) stikstofmonoxide omgezet worden. Dit heeft een positief effect op overgangsklachten, zoals we hiervoor zagen.
Lysine is een fundamenteel en essentieel aminozuur. Essentiële aminozuren worden niet door het menselijk lichaam zelf geproduceerd. Deze stof moet via de voeding opgenomen worden. Lysine is een essentieel onderdeel van veel eiwitten, die in het bijzonder voor vrouwen in de overgang erg belangrijk zijn. Voorbeelden van deze eiwitten zijn hormonen, enzymen, transportproteïne voor het bloedplasma, antilichamen en structurele proteïnen van botten, huid, pezen en spieren.
Lysine bevordert bovendien de opname van calcium in de botten en tanden. Daarom wordt lysine steeds vaker bij mensen met een risico op osteoporose aangeraden.
Carnitine: vergemakkelijkt de gewichtsbeheersing
Bij carnitine gaat het om een dipeptide dat uit de essentiële aminozuren lysine en methionine geproduceerd wordt. Carnitine ondersteunt de vetstofwisseling en wordt daarom ook wel een ‘fatburner’ genoemd.
Fyto-oestrogenen: kunnen als plantenhormoon therapie dienen
De inname van plantaardige hormonen als aanvulling of alternatief bij een chemische hormoontherapie is in vele studies bewezen. Dergelijke plantaardige hormonen worden ook wel fyto-oestrogenen genoemd. Ze kunnen in veel gevallen lichamelijke klachten tijdens de overgang verlichten.
Fyto-oestrogenen zitten onder andere in schisandraceae bessen, goji bessen, groene thee, hop of lijnzaad. Vrouwen in de overgang eten deze voedingsmiddelen vaak in een te lage hoeveelheid. Daarom zijn voedingssupplementen die fyto-oestrogenen bevatten aan te bevelen.
Een tekort aan magnesium tijdens de menopauze moet opgelost worden
De hormonale verandering tijdens de overgang zorgt ervoor dat magnesium grotendeels ongebruikt via de nieren wordt uitgescheiden. Dit tekort kan een negatief invloed op het hart hebben. Want magnesium speelt juist tijdens de overgang een uiterst belangrijke rol in de energiestofwisseling van de cellen, in het bijzonder de hartcellen.
Ook ter preventie van osteoporose is een voldoende aanbod van magnesium aan te bevelen. Want zelfs voldoende verzorging met calcium en vitamine D kan nutteloos zijn, wanneer er tijdens de overgang een te kort aan magnesium bestaat. Magnesium wordt vaak onvoldoende opgenomen via de voeding.
Aminozuren en hun betekenis voor de slaap, stemming en prestatievermogen
Slaap, een goed humeur en prestatievermogen zijn nauw met elkaar verbonden. Wie uitgerust aan de dag begint, werkt geconcentreerd en voelt zich in balans. Omgekeerd zorgt constante moeheid ervoor dat men niet productief is, wat op den duur zorgt voor ontevredenheid. De mogelijke gevolgen daarvan zijn piekeren en slapeloosheid. Men belandt al snel in een vicieuze cirkel.
Om het lichaam en de geest in evenwicht te brengen is ook een evenwichtige verzorging met de nodige voedingsstoffen belangrijk. Nieuwe inzichten op het gebied van voedingssupplementen benadrukken het grote belang van aminozuren ook op dit gebied.
Glutamine: kalmeert en werkt stress-symptomen tegen
Het aminozuur glutamine maakt onderdeel uit van verschillende stofwisselingsprocessen. Het stabiliseert het immuunsysteem, versterkt de darmcellen, helpt tegen stress, ‘dipjes’ en rusteloosheid.
Glutamine: stopt stress
Glutamine is de belangrijkste energieleverancier voor de immuun- en darmcellen. Vooral bij lichamelijke en psychische (over)belasting neemt de concentratie van glutamine af. Tegelijkertijd stijgt het aantal cel-schadelijke vrije radicalen enorm. Er ontstaat een soort kettingreactie: door het tekort aan glutamine ontbreekt er brandstof voor de cellen. Het immuunsysteem verzwakt en de darmslijmhuid verliest geleidelijk zijn beschermende werking. In extreme gevallen kan het tot ‘leaky gut syndrome’ (lekkende darm) leiden. De darm lekt stoffen, die in het bloed terecht kunnen komen.
Vooral bij stress, spanning, hectiek en lichamelijke (over)belasting is het zinvol om extra glutamine in te nemen. Vooral de immuun- en darmcellen hebben genoeg van dit aminozuur nodig, omdat ze zich zeer snel delen/vernieuwen. Bij voldoende glutamine worden de immuun- en darmcellen gestabiliseerd, afweer en darmslijmhuid worden versterkt en stress-symptomen worden tegengegaan en voorkomen.
Glutamine: kalmeert en versterkt de psyche
Patiënten met vermoeidheidsproblemen en hersenafwijkingen hebben vaak een gebrek aan glutaminezuur. Rusteloosheid, slapeloosheid en gebrek aan concentratie hangen daarmee samen.
Het lichaam vormt glutaminezuur uit glutamine en vice versa. Glutamine verhoogt de GABA productie (Gamma-aminoboterzuur). GABA is de belangrijkste neurotransmitter van de hersenen. Het fungeert als een soort natuurlijk kalmerend middel voor de hersenen. Voldoende glutamine heeft dus positieve effecten: innerlijke rust, evenwicht (ook in stresssituaties), betere concentratie en een ontspannen slaap. Glutamine fungeert ondersteunend bij de behandeling van depressies.
Glutamine verbetert de prestatie van de hersenen
Glutamine werkt –in combinatie met vitamine B niacine- positief bij geheugenzwakte en gebrek aan concentratie. Een deel van het in bloed voorkomende glutamine wordt in de hersenen tot glutaminezuur omgezet. Het dient in eerste instantie als brandstof. Daarnaast verwijdert het overbodige ammoniak door het in glutamine om te zetten. Door verwijdering van ammoniak worden problemen met de hersenfuncties vermeden, het concentratievermogen stijgt en het kortetermijngeheugen verbetert.
Glutamine, ornithine en arginine: ontgiften het lichaam en bevorderen de slaap
De aminozuren glutamine, ornithine en arginine zorgen voor een betere slaap, doordat ze een belangrijke stoorfactor (namelijk ammoniak) stopzetten. Ammoniak ontstaat bij de afbouw van eiwitten. Het stopt de productie van energie in de cellen en belemmert de celademhaling. Als het lichaam teveel ammoniak bevat (bijvoorbeeld omdat de voeding teveel vlees bevat of omdat de lever niet goed functioneert) dan kan ammoniak ook in de hersenen terechtkomen en daar het verloop van belangrijke lichaamsfuncties lamleggen. Zo zorgt een hoger ammoniakspiegel bijvoorbeeld voor slapeloosheid.
Door extra inname van glutamine, ornithine en arginine wordt het ontgiften van het lichaam gestimuleerd. Deze aminozuren zijn nodig voor de binding en de omzetting van ammoniak in ureum.
De effecten voor het lichaam zijn: een betere slaap, ondersteuning van de leverfuncties, snelle wondheling en ontgifting. Arginine heeft in een studie in 2000 ook positieve effecten bij de behandeling van dementie aangetoond.
Carnitine: verbetert het prestatievermogen en versterkt het geheugen
Carnitine heeft verschillende functies. Zo werkt het onder andere stemmingsverbeterend, het ondersteunt een aantal hersenfuncties en het zorgt voor een toegenomen stressweerstand.
Uitputting en oververmoeidheid wijzen vaak op teveel stress zonder voldoende herstelperiodes. Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat mensen met een chronisch vermoeidheidssyndroom of burn-out een gebrek aan carnitine hebben. Carnitine draagt aanzienlijk aan de energieproductie bij, omdat deze stof vetzuren in de centrale van de cellen (mitochondriën) transporteert. Carnitine kan de energieverzorging van de hersencellen verbeteren.
Bij sterke psychische en fysieke belasting kan een extra inname zinvol zijn. Mensen voelen zich dan vaak beter en de stressbestendigheid neemt toe.
Foliumzuur, vitamine B12 en vitamine B6: ondersteunen samen met aminozuren het geestelijk prestatievermogen
Vitaminen ondersteunen samen met aminozuren het geestelijke vermogen. Wetenschappers hebben indicaties gevonden dat senioren met een verhoogde homocysteïnespiegel zwakkere cognitieve vaardigheden hebben dan leeftijdsgenoten met lagere homocysteïne. Cognitieve vaardigheden of vermogens hebben te maken met de mate waarin men in staat is om kennis en informatie op te nemen en te verwerken.
Homocysteïne ontstaat bij de afbouw van eiwitten en is giftig. Normaal gesproken bouwen enzymen het homocysteïne tot onschadelijke verbindingen af. Omdat deze enzymen afhankelijk van de B vitaminen en foliumzuur zijn, is een hoge homocysteïnespiegel ook een gevolg van een tekort aan vitaminen en aminozuren.
Vooral bladgroenten zijn rijk aan vitamine B. Het is echter lastig om voldoende vitamine B via de voeding binnen te krijgen. Verkeerde opslag, lange transportroutes of een vitamine vernietigde voedselbereiding kunnen tot een hoog verlies van het vitaminegehalte leiden. Zo kan het foliumzuurgehalte bij een verkeerde bereiding tot 90 procent verloren gaan. Voedingsexperts bevelen aan om foliumzuur in combinatie met vitamine B6 en vitamine B12 extra naast de voeding in de vorm van voedingssupplementen te gebruiken.
Aminozuren en vetverbranding
Aminozuren, vitamine, mineralen en sporenelementen hebben een grote betekenis bij het afvallen
Of we steeds dikker worden of slank blijven, wordt in feite door hormonen bepaald. Hier ligt ook de sleutel voor het afvallen. Door een gerichte inname van bepaalde aminozuren stimuleren we het lichaam om voldoende slankmakende hormonen te produceren.
Een belangrijke slank makend hormoon is het groeihormoon (GH). Groeihormoon wordt tijdens de slaap geproduceerd. Het verhoogt de eiwitsynthese en het bevordert de afbraak van vet. Mensen met overgewicht hebben vaak een verlaagde concentratie groeihormoon, wat gewichtsverlies bemoeilijkt. Groeihormoon is helaas duur (ongeveer 500 - 800 Euro voor een maandvoorraad) en het moet geïnjecteerd worden. Gemakkelijker is het om de natuurlijke lichaamseigen afscheiding van dit hormoon te stimuleren. Dit kan door de inname van:
- arginine;
- glutamine;
- methionine.
Voor de aanmaak van de groeihormoon zijn bovendien vitamine B6, vitamine B12 en zink nodig.
Studies hebben aangetoond dat bij overgewicht een carnitine tekort optreden kan. In dat geval kan een carnitinesupplement zeker zinvol zijn.
Carnitine is een transportstof die in de lever uit twee essentiële aminozuren (lysine en methionine) gemaakt wordt. Het fungeert als vervoersmolecuul bij het transport van lange-keten vetzuren door het binnenste mitochondriënmembraan.
Carnitine: een goede fatburner
Carnitine trekt de vetzuren sneller aan en transporteert ze in de stofwisselingsoven. Het resultaat: het lichaam breekt vet af in plaats van het op te slaan. Vanwege zijn vet verbrandende werking wordt deze stof ook voor gewichtsverlies gebruikt en als ‘fatburner’ bestempeld.
De vorming van carnitine vindt in vijf stappen plaats met behulp van de essentiële cofactoren vitamine B6, vitamine B12, niacine en foliumzuur. Een gebrek aan een van deze stoffen kan tot een beperkte aanmaak van lichaamseigen carnitine leiden.
Professor Luppa van de Universiteit Leipzig schreef in zijn artikel van 2004 over L-carnitine als fatburner dat met betrekking tot de preventie van overgewicht maatregelen ter verbetering van de afbouw van vet effectiever zijn dan de beperking van vettoevoer via de voeding. Voorwaarde is het optimaal functioneren van het stofwisselingstraject en de regulatie daarvan. L-carnitine is in beide gevallen als essentiële cofactor sterk betrokken. Een gebrek aan L-carnitine vermindert door zijn vervoersfunctie de afbouw van vetzuren in de mitochondriale matrix. Bovendien speelt L-carnitine als substraat van carnitine palmitoyltransferase (CPT) een sleutelrol bij de regulering van vet- en koolhydraten stofwisseling.
Onderzoek toont duidelijk aan dat carnitine de vetverbranding van het lichaam in bepaalde cellen verhogen kan. Carnitinesuppletie tijdens een caloriebeperkt dieet leidt tot een aanzienlijke afname van het lichaamsvet en het leidt tot een toename van de spiermassa.
Carnitine vergemakkelijkt de gewichtsbeheersing
In een klinische studie uit 2013 werd aangetoond dat inname van 500 mg L-carnitine (per dag) in combinatie met training een duidelijk gewichtsverlies bij overgewicht als resultaat had. Bij onveranderde voeding en beweging verloor elke deelnemer gemiddeld 400 gram lichaamsvet binnen 4 weken. De buikomvang verminderde met een gemiddelde van 1,3 cm.
Glutamine werkt de vetopslag tegen
Glutamine kan in de nieren omgezet worden in glucose, zonder de glucagon- en insulinewaarden te beïnvloeden. Zodoende draagt het ook aan energieproductie bij, die in staat is de door insuline-geïnduceerde vetafzetting te omzeilen. Glutamine bestrijdt voedingsvetopslag en helpt zodoende bij de regulering van het lichaamsgewicht. In een studie werd aangetoond dat een extra toediening van glutamine bij vette voeding een vetreductie realiseert, omdat het vet aan zich bindt. Bovendien kan glutamine het verlangen naar suiker en alcohol verminderen.
Ook vitamine-B en zink zijn belangrijk voor de vetverbranding. Vitamine B is bij afvallen een grote hulp, omdat bijna alle vitaminen-B de lichaamseigen vetverbranding stimuleert. De B-vitaminen riboflavine (B2), niacine (B3), pantotheenzuur (B5), biotine (B7) en cobalamine (B12) zijn voor de controle van de stofwisseling verantwoordelijk en ze stimuleren de afbouw van lichaamsvet. Vitamine B2 werkt bijzonder snel bij de vetverbranding, omdat het eiwit, koolhydraten en vetten snel in energie omzet.
Vergelijkbaar is de rol van het sporenelement zink. Zink ondersteunt het lichaam bij de verwerking van vetten en koolhydraten en het is essentieel voor een goed functionerende eiwitstofwisseling. Alleen met voldoende inname van zink kunnen de aminozuren hun belangrijke taken in de vetstofwisseling vervullen.